Waarom muizen voor experimenten?
Waarom zijn muizen zo geschikt voor experimenten. Dat komt omdat zoveel op de mens lijken. Genetisch gezien dan. Op het uiterlijk afgaande zou je dit natuurlijk nooit verwachten. De muis word al ruim 100 jaar gebruikt als proefdier. Ze gebruiken dan een zuivere muis dit is een muis waar genetisch nog niks aan gemodificeerd is. Dat gebruiken van zon zuivere muis noem je stammen. Een andere reden voor het gebruik van muizen is dat ze makkelijk te onderhouden zijn, niet duur zijn, weinig ruimte nodig hebben en dat ze makkelijk voortplanten en snel voortplanten. Na de bevruchting duurt het maar 19 dagen tot de bevalling.
Gregor Mendel
In 1866 ontrafelde Gregor Mendel, zonder het zelf helemaal te begrijpen, de basisprincipes van de erfelijkheid dankzij vele duizenden experimenten met erwten. Met zijn experimenten toonde hij aan dat de nakomelingen van de erwtenplant altijd in een bepaalde verhouding geel en groen zijn. Hij begreep de precieze werking van erfelijke informatieoverdracht nog niet omdat genen nog onbekend waren. Maar hij wist wel dat er zich binnenin de plant iets moest afspelen, omdat er bij zijn kruisingsexperimenten in het uiterlijk (het fenotype) duidelijk dingen veranderden. De resultaten bleven jaren onopgemerkt tot aan het begin van de vorige eeuw zijn werk werd herontdekt. Clarence Cook Little studeerde in diezelfde tijd biologie in de VS en was student bij professor William E. Castle. Castle wilde experimenten met dieren doen om de principes van erfelijkheid te kunnen begrijpen. Voor die experimenten gebruikte hij muizen die gefokt werden op een speciale muizenboerderij.
Zuivere muizen stammen
Ze gingen er van uit dat zuivere muizen nodig waren om onderzoek te doen naar erfelijkheid. Omdat te bereiken maakte hij inteeltstammen. Hij liet broertjes en zusjes, die dezelfde vachtkleur hadden, in opeenvolgende generaties steeds met elkaar paren. Maar al snel bleek uit zijn onderzoek dat deze muizen soms spontaan kanker kregen. Dit kwam omdat ze over 2 dezelfde gen van hebben. Later heeft hij een non profit muizen fokkerij opgezet om muizen te fokken voor onderzoek.
Oormuis
Een van de bekenste profjes met de muis is de oormuis uit 1997. Een chirug en onderzoeker Charles Vacanti zette de actiegroep TURNING POINT PROJECT een pagina grote advertentie in THE NEW YORK TIMES met daar in een foto van de oormuis,. Veel mensen dachten hierdoor dat de onderzoekers een menselijk gen voor een oor in het erfelijk materiaal van de muis hadden gestopt. Waardoor het oor vanzelf op de muis was gegroeid. Maar in werkelijkheid was de muis niet genetisch gemanipuleerd en zaten er geen menselijke cellen in het oor. Waarom deed Vacanti überhaupt dit opmerkelijke experiment? Het is heel moeilijk voor een chirurg om een beschadigd menselijk oor te repareren. Een extra oor zou dus goed van pas komen. Vacanti wilde proberen zo'n extra oor op een muis te laten groeien voor patiënten met een beschadigd oor.
Maar hoe hij het wel heeft gedaan,
In het laboratorium maakte Vacanti een biologisch-afbreekbare mal in de vorm van een menselijk oor. Over die mal liet hij kraakbeencellen van een koe groeien. Om te zien of het oor in een levend dier zou blijven leven bracht hij de mal met de koeiencellen onderhuids in bij naakte muizen. Dat soort muizen hebben een verandering in hun DNA waardoor ze geen thymus ontwikkelen. Dat is een orgaan achter het borstbeen dat onder meer zorgt voor rijping van bepaalde cellen van het afweersysteem. Naakte muizen hebben dus een sterk verminderde afweer. De verandering in hun DNA die ervoor zorgt dat ze geen thymus hebben is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontdekt en niet door mensen veroorzaakt. Het feit dat de naakte muis vrijwel geen afweersysteem heeft was voor dit experiment cruciaal. Een mens of dier met een normaal afweersysteem zou het oor zonder meer hebben afgestoten. Het extra oor op de oormuis is om die reden dan ook nooit voor een mens gebruikt.
Maar hoe hij het wel heeft gedaan,
In het laboratorium maakte Vacanti een biologisch-afbreekbare mal in de vorm van een menselijk oor. Over die mal liet hij kraakbeencellen van een koe groeien. Om te zien of het oor in een levend dier zou blijven leven bracht hij de mal met de koeiencellen onderhuids in bij naakte muizen. Dat soort muizen hebben een verandering in hun DNA waardoor ze geen thymus ontwikkelen. Dat is een orgaan achter het borstbeen dat onder meer zorgt voor rijping van bepaalde cellen van het afweersysteem. Naakte muizen hebben dus een sterk verminderde afweer. De verandering in hun DNA die ervoor zorgt dat ze geen thymus hebben is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontdekt en niet door mensen veroorzaakt. Het feit dat de naakte muis vrijwel geen afweersysteem heeft was voor dit experiment cruciaal. Een mens of dier met een normaal afweersysteem zou het oor zonder meer hebben afgestoten. Het extra oor op de oormuis is om die reden dan ook nooit voor een mens gebruikt.